Hoogte: 12 - 15 m
Kroon: smal piramidaal
Schors en takken: donkerbruin, gegroefd, twijgen groen, later roodbruin
Blad: min of meer rond, hartvormige bladvoet, donkergroen, 3 tot 9 cm
Bloemen: in tuilen, 5 - 10 bijeen, geel tot roomkleurig, sterk geurend, juni/juli
Vruchten: rond-eivormig, Ø 0,5 - 0,8 cm, eerst viltig, later kaal
Toepassing: laan- en straatboom
Grondsoort: alle, verdraagt droogte
Windbestendigheid: zeer goed, ook zeewind
Herkomst: Lake County Nursery, Perry, Ohio, USA
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: T. cordata ‘Corinthian’
Hoogte: 10 - 15 m
Kroon: smal kegelvormig, later smal eivormig
Schors en takken: donkerbruine, gegroefde stam, twijgen groen, later roodbruin
Blad: min of meer rond, hartvormige bladvoet, donkergroen, 5 tot 12 cm
Bloemen: in tuilen, 5 - 10 bijeen, geel tot roomkleurig, sterk geurend, juni/juli
Vruchten: rond-eivormig, Ø 0,5 - 0,8 cm, eerst viltig, later kaal
Toepassing: lanen en (smalle) straten
Grondsoort: alle, verdraagt droogte
Windbestendigheid: zeer goed, ook zeewind
Herkomst: E. H. Scanlon, Olmsted Falls, Ohio, USA, 1961
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: -
Hoogte: 15 - 20 m
Kroon: ovaal tot breed eivormig
Schors en takken: grijs, licht gegroefd, twijgen geelgroen
Blad: scheef hartvormig tot breed-eivormig, glimmend donkergroen, 4 - 10 cm
Bloemen: in tuilen, Ø 5 - 10 cm, lichtgeel, 3 - 9 bijeen, juni/juli
Vruchten: ovaal, aan top smal toelopend, grijs, viltig behaard, Ø circa 0,9 cm
Toepassing: solitair, laan- en straatboom
Grondsoort: alle, kan goed tegen droogte
Windbestendigheid: weinig windgevoelig
Herkomst: Booth’s Flotbeck Baumschulen, Hamburg, Duitsland, ± 1860
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: T. x euchlora
Hoogte: 20 - 30 (35) m
Kroon: breed piramidaal
Schors en takken: grijs gegroefd, twijgen kaal, geelbruin, later opvallend bruinrood
Blad: scheef hartvormig, lichtgroen, onderzijde geelgroen, 5 - 12 cm,
Bloemen: in tuilen, Ø 7 - 10 cm, bloemen 3 - 11 bijeen, gelig-wit, juni/juli
Vruchten: rond tot ovaal, Ø 0,6 cm, grijsbruin, viltig behaard
Toepassing: park, laanboom, vormboom
Grondsoort: alle
Windbestendigheid: goed
Herkomst: noordwestelijk Europa
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: T. x europaea ‘Koningslinde’
Hoogte: 30 - 35 (40) m
Kroon: breed eirond tot rond
Schors en takken: lichtgrijs en gegroefd, twijgen kaal en bruinrood
Blad: scheef hartvormig, kort toegespitst, dofgroen, 6 - 12 cm
Bloemen: in hangende tuilen, 3 - 5 bloemen bijeen, geel, juni/juli
Vruchten: omgekeerd eivormig, grijs, Ø 0,8 - 1,2 cm, grijsviltig behaard
Toepassing: parken en pleinen, landschappelijk, leiboom
Grondsoort: alle
Windbestendigheid: goed, gevoelig voor zeewind
Herkomst: West-, Midden- en Zuid-Europa
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: -
Tilia platyphyllos ‘Örebro’ ( Grootbladige linde ) hoogstam Een langzaam groeiende Zweedse cultivar met een regelmatig gesloten smal piramidale kroon die een hoogte van 15...
Hoogte : 30 - 35 m
Kroon : rond
Schors en takken : grijze, gladde schors
Blad : ovaal tot eivormig, donkergroen, 4 - 10 cm
Bloemen : kleine onopvallende bloemkatjes, mei
Vruchten : nootjes, in geborsteld napje, 1 - 2 cm
Toepassing : parkboom, laanboom, haagplant
Grondsoort : goed doorlatend, humusrijk, niet te nat
Windbestendigheid : matig
Herkomst: Midden- en West-Europa
Winterhardheidszone : 5/6
Synoniem : F. silvatica