Pyrus calleryana ‘Redspire’

Hoogte:8 – 12 m.  Als leiboom beschikbaar.
• Kroon:smal piramidaal tot ovaal, halfopen kroon
• Schors en takken:grijsbruin, ondiep gegroefd, scherp gedoornde twijgen
• Blad:ovaal tot breed ovaal, glanzend groen, 4 – 10 cm
• Herfstkleur:geel, rood, purper
• Bloemen:wit, in talrijke tuilen, april/mei
• Vruchten:rond, Ø ± 1 cm, bruin met lichtere lenticellen
• Stekels/doorns:geen
• Giftigheid:niet giftig (gewoonlijk)
• Grondsoort:weinig eisend
• Verharding:verdraagt verharding
• Winterhardheid:5b (-26,0 tot -23,4 °C)
• Windbestendigheid:goed, ook aan de kust
• Overige bestendigheden:bestand tegen vorst (WH 1 t/m 6)
• Faunaboom:drachtboom voor bijen
• Toepassing:lanen en brede straten, smalle straten, parken, pleinen, boombakken, attractieparken, begraafplaatsen, daktuinen, kustgebieden, industriegebied, grote tuinen, kleine tuinen
• Type/vorm:hoogstam boom, meerstammige boom, dakvorm
• Oorsprong:Princeton Nurseries, Princeton, NJ, USA, 1975

Amerikaanse cultivar

Een Amerikaanse cultivar met een smal opgaande, kegelvormige tot ovale kroon. Blijft iets smaller dan ‘Chanticleer’. Hoogte 8 tot 12 m. De groeiwijze is compact. Oude schors wordt ruw en grijsbruin. Het gezonde, glanzend groene blad heeft een fraaie herfstverkleuring in veelal gele, maar ook paarsrode tinten. Tot laat in de herfst aan de boom blijvend. De bloei is uitbundig. De witte bloemen staan met 6 tot 12 in tuilen bijeen. Elke bloem heeft een doorsnede van circa 2,5 cm en is daarmee wat groter dan de bloem van bijvoorbeeld ‘Bradford’. Vruchten zijn bruin met lichtere lenticellen en verschijnen zelden. Geschikt als solitair en voor aanplant in smalle lanen en straten. Diepwortelend. Liefst neutrale tot licht kalkrijke grond. Groeit ook nog op arme grond. Goed bestand tegen luchtvervuiling.