Hoogte: 20 - 30 (35) m
Kroon: breed piramidaal
Schors en takken: grijs gegroefd, twijgen kaal, geelbruin, later opvallend bruinrood
Blad: scheef hartvormig, lichtgroen, onderzijde geelgroen, 5 - 12 cm,
Bloemen: in tuilen, Ø 7 - 10 cm, bloemen 3 - 11 bijeen, gelig-wit, juni/juli
Vruchten: rond tot ovaal, Ø 0,6 cm, grijsbruin, viltig behaard
Toepassing: park, laanboom, vormboom
Grondsoort: alle
Windbestendigheid: goed
Herkomst: noordwestelijk Europa
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: T. x europaea ‘Koningslinde’
Hoogte: 30 - 35 (40) m
Kroon: breed eirond tot rond
Schors en takken: lichtgrijs en gegroefd, twijgen kaal en bruinrood
Blad: scheef hartvormig, kort toegespitst, dofgroen, 6 - 12 cm
Bloemen: in hangende tuilen, 3 - 5 bloemen bijeen, geel, juni/juli
Vruchten: omgekeerd eivormig, grijs, Ø 0,8 - 1,2 cm, grijsviltig behaard
Toepassing: parken en pleinen, landschappelijk, leiboom
Grondsoort: alle
Windbestendigheid: goed, gevoelig voor zeewind
Herkomst: West-, Midden- en Zuid-Europa
Winterhardheidszone: 4
Synoniem: -
Tilia platyphyllos ‘Örebro’ ( Grootbladige linde ) hoogstam Een langzaam groeiende Zweedse cultivar met een regelmatig gesloten smal piramidale kroon die een hoogte van 15...
Hoogte : 30 - 35 m
Kroon : rond
Schors en takken : grijze, gladde schors
Blad : ovaal tot eivormig, donkergroen, 4 - 10 cm
Bloemen : kleine onopvallende bloemkatjes, mei
Vruchten : nootjes, in geborsteld napje, 1 - 2 cm
Toepassing : parkboom, laanboom, haagplant
Grondsoort : goed doorlatend, humusrijk, niet te nat
Windbestendigheid : matig
Herkomst: Midden- en West-Europa
Winterhardheidszone : 5/6
Synoniem : F. silvatica